Behandeling van de archeologische metalen van parkeertoren
Inge Baetens en Johan Van Cauter (ADW)

De archeologische opgraving op zone 2 / parkeertoren leverde een beperkt aantal metalen vondsten op. Deze archeologische metalen werden in september 2010 voor consolidatie aan het metaalrestauratieatelier van de Archeologische Dienst Waasland toevertrouwd.

Om de identiteit van de quasi onherkenbare roestige klompjes te achterhalen werden alle vondsten geröntgend. Door het röntgenen kon bij vier van deze klompjes het ingebed voorwerp worden geïdentificeerd: een fragment van een fibula (mantelspeld ), een fragment van een sleutel, een schakel/ring en een riembeugel. Een vijfde vondst werd als restafval van metaalbewerking herkend. Bij de overige vondsten kon echter geen uitsluitsel worden gegeven. Tevens leverden de röntgenopnamen belangrijke informatie op over de bewaringstoestand van de ingebedde voorwerpen en waren ze ook richtinggevend voor de latere vrijlegging van de vondsten.



Röntgenbeeld van de fibula.

Na het röntgenen volgde het consolideren van de metalen vondsten, het restafval van metaalbewerking uitgezonderd. De ijzeren objecten werden gedurende enkele maanden in een ontzoutingsbad geplaatst. Het bronzen object werd voor een kortere periode in een andere corrosieremmende vloeistof ondergedompeld.

Vervolgens werd met behulp van een microscoop en microapparatuur (frezen, zandstraalapparatuur en scalpel) alle corrosie van de objecten verwijderd. Tevens werd op alle objecten een beschermlaag aangebracht. Hierdoor wordt vermeden dat na verloop van tijd de objecten opnieuw zouden corroderen.



De ijzertijdfibula in gerestaureerde toestand.

De meest bijzondere vondst onder de metalen betreft het fragment van een ijzeren fibula of mantelspeld van het type La Tène IAa. Ondanks het merendeel aan vroegmiddeleeuwse vondsten, is het toch een vondst uit de ijzertijd die met de eer gaat lopen. Deze mantelspeld is een uitzonderlijke vondst voor nederzettingscontexten. Het uiteinde van de voet van deze fibula is versierd met o.m. een halfplastische sierknop en een tong. Het betreft een gestileerde versie van een vogelkop (eend/zwaan). Het oppervlak van de mantelspeld is jammer genoeg te zwaar aangetast. Hierdoor is het onmogelijk om nog vast te stellen of op de voet of beugel enige versiering door middel van stempels of beitels was aangebracht.